Transition To Circularity
Het kan wel!
Transition to Circularity, 30 oktober 2025 in Eindhoven
Duurzame en circulaire innovatie staat volop in de schijnwerpers – van biobased bouwmaterialen en textielrecycling tot financieringsinstrumenten en de rol van grote merken en familiebedrijven. In een unieke combinatie van panels, deep-dives en interactieve sessies met beleidsmakers, ondernemers, financiers en industrievertegenwoordigers, werden, tijdens Transition to Circularity 2025, de actuele kansen én knelpunten van de circulaire transitie besproken. In dit verslag zijn de belangrijkste thema’s, controverses en toekomstvragen op basis van alle plenaire en break-out sessies terug te lezen. De presentaties en een verslag van iedere sessie zijn te vinden op B2Match.
Duurzaamheid gaat lonen!
Zijn circulaire businessmodellen competitief en schaalbaar volgens de markt?
De meeste deelnemers van het event zien circulariteit als toekomstig concurrentiemodel, maar noemen economische en operationele barrières. Prijsverschillen tussen virgin materialen en recyclaat zijn nijpend. Succesvolle pilots bij onder meer Coca-Cola (97% gerecyclede krat) vragen vakmanschap, creativiteit én langdurige inzet; grootschalige toepassing strandt op bestaande commerciële belangen en Europese beleidsachterstand. Zolang duurzamere alternatieven (zoals gerecycled plastics of biobased grondstoffen) duurder zijn en marktvraag onvoldoende groeit, blijft opschaling een punt van zorg.
De urgentie rond klimaatverandering, grondstoffenschaarste en beleidsverplichtingen stuwt de circulaire economie naar de voorgrond. Uit alle protocollen blijkt dat Nederland internationaal vooroploopt met kennis, technologie en pilotprojecten, maar ook dat de praktijk weerbarstig is. Circulariteit is niet alleen een milieu- of innovatievraag; het raakt aan internationale concurrentiekracht, economische structuur, regelgeving en financierbaarheid. Vooral in sectoren zoals bouw, textiel en plastics wordt duidelijk dat een grootschalige transitie samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, en financiers vereist.
“Duurzaamheid is niet alleen belangrijk voor ons in onze business, dus gewoon de economie erachter, geen voedselverspilling, elektra gebruiken enzovoorts, maar het heeft ook een heel belangrijk stuk voor onze consument... het is voor een belangrijk deel wel een soort tweede keuze en de tweede reden om voor ons te kiezen. Dus in die zin loont duurzaamheid bij ons zeker ook.”
— Michiel Muller (Founder Picnic).
Route naar Opschaling
Hoe presteren grote bedrijven en overheden bij het aanjagen van circulariteit via inkoop en innovatie?
Hoewel de publieke en private sector veelbelovende stappen zetten, wordt circulariteit vaak vooral als intentie verankerd en minder als harde verplichting. Het overheidsinkoopbeleid is versnipperd: “Voor veel gemeenten is duurzaam inkopen nog te veel een kwestie van intentie in plaats van concrete actie.” Succesvolle voorbeelden, zoals circulariteit in asfalt en bedrijfskleding, blijven een minderheid. Grote corporates hebben veel impact, maar zijn vaak reactief: “Corporates are not leading”. Hun projecten sneuvelen regelmatig door een focus op cash en risicomijdend gedrag. Werkelijke doorbraken in circulariteit vragen om leiderschap, visie en samenwerking die nu nog zelden in strategie zijn ingebed.
"Het duurt altijd langer, het kost altijd meer geld, altijd meer tegenslagen. Dus de enige manier om dat te overkomen is, zorg dat je geweldige mensen aan tafel haalt en dat je daar heel veel plezier mee hebt in het doen, want anders dan wordt het een hele lange lijdensweg..." — Tom van Aken, CEO Avantium
Rol van financiering
Welke rol spelen financiering en beleid – waar vallen de grootste gaten?
Er bestaat een breed scala aan vroege fase subsidies, pilot- en demofondsen en zelfs specifieke instrumenten voor circulaire projecten. “Er is voldoende financiering in de vroege innovatie, maar de zogeheten ‘funding gap’ voor commerciële opschaling is zeer hardnekkig.” Vooral voor eerste industriële schaalprojecten (First-of-a-Kind) is privaat kapitaal moeilijk te mobiliseren door risico’s, lange terugverdientijden en onzekere vraag. Beleidsinstrumenten zoals het Moonshot Fund en nationale groeifondsen experimenteren met oplossingen, maar de weg naar structurele financiering blijft complex en gefragmenteerd – centralisatie en coördinatie worden veelvuldig als noodzakelijke vervolgstap aangehaald.
Wat maakt financiering van circulaire innovatie anders dan de lineaire economie?
Investeerders en banken beoordelen circulaire proposities vaak met een traditionele risicobril, gericht op zekerheid, bewezen marktvraag en lineaire businessmodellen. De praktische uitwerking is dat circulaire ondernemingen, die vaak hogere aanloopkosten en langere terugverdientijden hebben, te weinig financiering krijgen. Om deze dynamiek te doorbreken introduceerde de sector de Circulaire Scorecard, een open tool die circulaire risico’s en kansen expliciet maakt. Hiermee wordt niet alleen inhoudelijk beter over risicomanagement gepraat, het helpt ook bij het objectiveren van circulaire waarde in financieringsbesluiten.
Wat hebben kleinere en innovatieve ondernemingen nodig om de transitie te versnellen?
Start-ups en scale-ups zoeken vooral launching customers en partners die bereid zijn het experiment aan te gaan: “Met een klein succes moet je de impact uitvergroten zodat gevestigde partijen de sprong durven wagen.” Praktisch beleid (zoals minimum content verplichting) en publiek-private fondsen zijn onmisbaar om risico’s te delen. Innovatie vraagt meer dan kapitaal: netwerk, toegang tot pilots, strategische schaalpartners en een helder long term perspectief zijn doorslaggevend in het realiseren van circulaire doorbraken.
Welke nieuwe instrumenten en beleidsmaatregelen worden ingezet om circulariteit te versnellen?
Instrumenten blijven zich ontwikkelen: van koolstofcertificaten voor boeren tot impact challenges en innovatiepartnerschappen in de bouwsector. Voor circulaire bedrijven is niet alleen subsidie belangrijk, maar vooral structurele inkoopvraag – bijvoorbeeld door harde verplichtingen of stimulansen voor gerecyclede content in overheidsaanbestedingen. In de bouw en infrastructuur zijn pilots met langdurige innovatiepartnerschappen (zoals het biobased-asfalttraject) bedoeld om schaal, zekerheid en marktvraag te genereren. Toch is marktontwikkeling moeizaam als gemeenten en bedrijven hun ambities niet concretiseren met daadwerkelijk oplossingsgericht beleid.
Complexe ketens
Wat zijn de uitdagingen voor het daadwerkelijk sluiten van kringlopen in complexe ketens zoals textiel en plastics?
De recycling van textiel, met name de gesloten kringloop (“closed loop”), is technisch mogelijk via nieuwe chemische recyclingtechnologieën, maar operationeel lastig: inputstromen zijn versnipperd, sorteren is duur, inzameling complex. Gesprekken tussen verschillende technologiebedrijven en brandowners benadrukken dat samenwerking in de keten, design for recycling, en marktacceptatie essentieel zijn: “We hebben closed loops in uniforme stromen – zie ziekenhuis- of defensiekleding – maar de bulk van de markt is daar niet.” Parallelle inzet op biobased alternatieven en upcycling van bestaande reststromen is noodzakelijk, want op recycling alleen ‘gaan we het niet redden’.
Welke factoren maken ketensamenwerking succesvol?
"Succesvolle circulariteit vraagt coördinatie van de hele keten. Praktijkcases tonen dat consortia met duidelijke rollen (zoals Coca-Cola, Morssinkhof, SABIC) zorgen voor validatie, productgoedkeuring en markttoegang. [...] Delen van kennis, mislukkingen en succesfactoren is essentieel." — Eva Amsterdam, Associate Director Commercial Sustainability, Coca-Cola Europacific Partners
Initiatieven stranden vaak op gebrek aan lange-termijn commitment van brandowners of verankering in beleid. Platforms als Circular Plastics NL en BioBased Circular en GCNE vervullen een waardevolle makelaarsrol bij het bij elkaar brengen van partijen en het creëren van leernetwerken: “Zolang als we dat terughoren blijven we dat ook gewoon doen.” Delen van kennis, mislukkingen en succesfactoren is essentieel.
Beleid en Ondernemen...kan het wel?
Welke lessen kunnen beleidsmakers en bedrijven trekken uit het internationale speelveld?
Nederland loopt qua kennis en experimenten nog voorop, maar de concurrentie uit onder andere de VS en Frankrijk op gebied van publieke investeringen en industriebeleid scherpt de noodzaak voor centrale regie. “Binnen de EU zijn vooral Frankrijk en deels Duitsland verder met grootschalige fondsen voor chemische recycling en circulariteit.” Beleid gericht op strategische sectoren en het ondersteunen van eerste uitrolprojecten (‘first-of-a-kind’) blijkt elders succesvol.
Slotwoord: Wat zijn de belangrijkste kansen en risico’s voor circulariteit in Nederland?
Welke controverses en kritiekpunten werden zichtbaar in de discussies?
Meerdere thema’s zijn onderwerp komen terug tijdens de sessies en het plenaire debat:
- Struikelblokken in financiering door behoudend risico-inschatten en trage regelgeving (“EFSA-trajecten duren jaren, innovaties krijgen onvoldoende marktprikkel”).
- De vrijblijvendheid van duurzaam inkoopbeleid (“het blijft hangen bij goede wil, te weinig verplichting of competitie tussen gemeenten”).
- Angst voor greenwashing en gebrek aan internationale regie (“Als Nederland alleen inzet op strengere eisen, verplaatst productie of gebruik zich naar het buitenland”).
- De praktijk dat grotere bedrijven circulariteitspilots omarmen voor het imago, maar commerciële inkoopafdelingen vooral sturen op prijs.
De transitie naar een circulaire economie biedt kansen voor duurzaamheid, economische groei en geopolitieke onafhankelijkheid, maar is vol spanningen tussen beleid, markt, innovatie en financiering. De belangrijkste les: centralisatie, samenwerking, lef en beleidsconsistentie zijn cruciaal; alleen zo kunnen intenties omgezet worden in grootschalige, renderende en inclusieve circulaire oplossingen. Tegelijkertijd blijft de praktijk weerbarstig – realiseren van impact vraagt om vasthoudende coalities en lerend vermogen door de hele keten heen.
"Waar andere bedrijven gaandeweg de stekker eruit trekken, zie je toch dat we als familiebedrijf langer doorgaan en gaandeweg de lijnen gesloten krijgen om toch nog eventjes die last mile te lopen." — Marc Houweling, Houweling Recycling Group
